tas werkwoord /tōt/ - Iets dragen, vooral iets zwaars of substantieels.
tas zelfstandig naamwoord /tōt/ Een tas of mand die gebruikt wordt om spullen in te vervoeren, meestal groter van formaat voor praktisch gebruik.
Wij voeren een strijd tegen overdaad.
Te veel tassen. Te veel keuzes. De meeste blijven ongebruikt.
Wij zijn hier niet om de stapel nog groter te maken. Wij geloven in minder, maar betere dingen.
Eén tas is voldoende.
Wij wisselden voortdurend van tas.
Eén voor mijn werk. Eén voor de sportschool. Eén voor de boodschappen. Nog één "voor het geval dat".
Toen werd het duidelijk: het probleem is niet het vinden van de volgende tas, maar dat we er te veel hebben die te weinig doen.
We hebben geen extra tassen nodig. We hebben er een nodig die altijd werkt.
Hoe wij dat doen:
Bij alles wat wij maken, hanteren wij drie principes.
Vertrouwen
We beslissen met overtuiging. Geen eindeloze opties. Geen twijfel. Wat we ontwerpen voelt goed. Wat we zeggen, menen we. Elk detail is weloverwogen - en dat voel je.
Gemak
TØTE is gemaakt om je dag te dragen, niet om hem te onderbreken. Slim in functie. Helder in vorm. Moeiteloos in gebruik.
Verantwoordelijkheid
Wij geloven niet in meer - wij geloven in beter. Wij creëren items die lang meegaan, die zich aanpassen aan het leven en die ertoe doen. Eén tas die blijft, geen andere die verdwijnt.
Wij ontwerpen tassen die met je meebewegen, in alles wat je vandaag de dag bent.
U hoeft dus niet van tas te wisselen om uw plannen te wijzigen.
Minder lawaai. Meer intentie.
Wij ontwerpen niet voor een enkel moment: wij ontwerpen voor elke dag.